Functie: Algemeen Directeur-Bestuurder a.i.
Organisatie: Stichting Nederlands Film Festival
Tekst: Merel van Zijl
Ieder jaar vindt eind september het Nederlands Film Festival (NFF) plaats. Tien dagen lang wordt Utrecht omgetoverd tot filmhoofdstad van het land. Tijdens dit evenement wordt de Nederlandse film en beeldcultuur en het talent onder het voetlicht gebracht. Doreen Boonekamp heeft de 40e editie van het NFF als interim-directeur geleid. Maar het festival is voor haar zeker geen onbekende. In 1990 startte ze hier als vrijwilliger, werkte daarna in verschillende functies en leidde het festival van 2002 tot 2009 als directeur. Ze kwam dit jaar dus in een warm bad terecht, maar het coronavirus bracht de nodige onzekerheid met zich mee. “Je komt met zo’n organisatie in een moeilijk situatie terecht, maar tegelijkertijd was het voor mij persoonlijk ook een uitdaging. Ook al heb ik al heel lang zo’n functie bekleed, je moet letterlijk alles anders doen,” aldus Doreen. Door de coronacrisis was de organisatie van het NFF dit jaar ontzettend complex. “Je moet niet alleen de hele inhoud van je festival omdenken, maar ook hoe je het team leidt en organiseert,” vertelt Doreen.
Voorwaarde tot slagen
Dit voorjaar werd door de coronacrisis duidelijk dat het onzeker zou zijn of het NFF in dezelfde vorm kon plaatsvinden als voorgaande jaren. “We hadden als organisatie geen twijfel of we door moesten gaan of niet. Alle neuzen stonden dezelfde kant op.” Het NFF speelde in op mogelijkheden en sloot samenwerkingen met verschillende organisaties in zowel binnen als buiten de sector. “Dat was de voorwaarde waardoor het lukte en het heel leuk maakte om te doen.”
De organisatie zag dat de audiovisuele sector het zwaar had en probeerde hier een rol in te vervullen. Ze bedachten een vorm waardoor zij alsnog die verhalen konden overbrengen en het nieuwe talent konden laten zien. “We zijn heel snel het festival creatief gaan omdenken. Aan de ene kant hebben we de handen in een geslagen met Cinekid, IDFA en IFFR, om in die paar maanden die ons nog resten gezamenlijk een online omgeving te bouwen. Hierin konden we online films, talkshows, masterclasses en het professionals programma presenteren. Aan de andere kant hebben we meteen samenwerkingen opgezocht met makers, producenten, distributeurs, bioscopen en filmtheaters in heel Nederland, om te kijken of we met een selectie films toch naar het grote doek konden gaan. We vonden het belangrijk het publiek ook de collectieve ervaring van het kijken naar een film mee te geven, al is het met minder mensen in de zaal. Daar werd meteen heel enthousiast op gereageerd. De samenwerking met alle filmtheaters en bioscopen in Nederland is ook de reden dat het lukte, anders krijg je zoiets niet voor elkaar.”
“Daarnaast zochten we ook samenwerking buiten de audiovisuele sector, bijvoorbeeld met de Illustratie Biënnale. De Illustratie Biënnale stond oorspronkelijk gepland in juni maar kon door de coronapandemie niet doorgaan. Samen hebben we elf illustratoren de opdracht gegeven een nieuw affiche te ontwerpen voor een Gouden Kalf-winnende film uit de afgelopen veertig jaar. Deze werden tijdens het festival in vier Utrechtse wijken geëxposeerd en de bijbehorende films werden online gepresenteerd.”
Grootste uitdaging
Het festival werd omgezet naar een coronaproof vorm. Dit zorgde voor uitdagingen. Volgens Doreen zat de grootste uitdaging bij het online programma, vanwege de uitzonderlijk korte periode die er was om dit voor te bereiden. “Normaal gesproken heb je twee jaar nodig om een online programma te presenteren en een digitale vorm te creëren. Wij hadden vijf maanden. Dit is enkel gelukt, omdat wij het niet alleen deden. We zochten partners in de andere filmfestivals, want dit zijn vergelijkbare organisaties en wij zaten in hetzelfde schuitje. Iedereen zat in een totaal bizarre situatie en dan helpt het ook als je met een idee komt waar iedereen achter gaat staan en dat positief en energiek is. Iedereen was opzoek naar perspectief. Daar paste dit gewoon goed in.” Het Nederlands Film Festival vormde de try-out en het systeem wordt met alles wat er wel en niet goed ging doorontwikkeld. “Tegen de tijd dat IDFA en IFFR plaatsvinden hopen we de meeste kinderziektes opgelost te hebben. Het NFF kan daar ook weer gebruik van maken zowel voor programma’s gedurende het jaar als bij volgende edities.”
Juiste teamspirit
Doreen en haar team hadden voor deze uitdagingen ook wel de juiste teamspirit. “Je kijkt wat je voor elkaar kunt krijgen, maar het is ook echt: wie niet waagt wie niet wint. Je kunt van tevoren al opgeven, maar je kunt ook kijken wat je ervan kan maken. We zijn voor het laatste gegaan”. Doreen is enorm trots op het hele NFF-team. “Het was voor iedereen in zijn rol of functie echt een giga uitdaging om dit te kunnen doen.”
Unieke 40e editie
Niet alleen de gesloten samenwerkingen zorgde voor succes, maar ook de manier waarop het NFF het Grolsch Gouden Kalveren Gala organiseerde noemde Doreen een succesfactor. “Dat moesten we vanwege de extra maatregelen halverwege het festival nog een keer bijstellen. Normaal heb je een zaal met duizend mensen en een podiumprogramma en noem maar op. Dat hele programma is nu uitsluitend georganiseerd voor de genomineerden, zonder partners en publiek. We hadden een setting gecreëerd waar de genomineerden op het podium zaten en verder was die hele zaal leeg. Het was een unieke avond. De focus lag echt op de talenten voor en achter de camera en de films. Dit kwam ook veel meer tot uitdrukking, omdat zij er als enige waren.” Onder de uitreikers waren ook een aantal makers aanwezig die een hele belangrijke rol hebben gespeeld in de afgelopen 40 jaar film. “Tijdens de uitreiking en de aansluitende televisie-uitzending bij Op1 kwam dat mooi samen. Zowel het talent dat nu wordt bekroond met een Gouden Kalf, als reflecteren op 40 jaar Nederlandse filmgeschiedenis.”
Mogelijkheden voor latere edities
Het NFF ziet in de 40e editie ook mogelijkheden voor latere edities. Vanuit deze situatie waarin zij een festival hebben georganiseerd, ontwikkelden ze twee nieuwe pijlers. Doreen vertelt hier het volgende over: “Wat dat betreft is het wel een hele positieve ervaring. Een heel belangrijk deel van het programma werd online gepresenteerd en daarnaast werd de samenwerking door het land opgezocht. Dat zijn beide elementen waarvan ik denk: ook bij een reguliere editie moet je dat behouden.”
Het NFF had zelfs al eerder deze stappen willen zetten. “Sterker nog, het plan om door het land heen te gaan hadden we eigenlijk al voordat corona uitbrak, in het kader van het 40 jaar Nederlands Film Festival. Maar dat is moeilijker om van de grond te krijgen wanneer de wereld normaal doorgaat. Nu is het veel groter geworden dan we oorspronkelijk dachten voor elkaar te kunnen krijgen.” Doreen kijkt terug op een succesvolle 40e editie. “Het was een ontzettend bijzondere en onwerkelijke editie die ook voor de toekomst nieuwe perspectieven heeft opgeleverd.”
Volg het NFF op social media en houd de website in de gaten om op de hoogte te blijven van alle NFF activiteiten.